Naar aanleiding van het rapport en van bezoek van een bestuursdelegatie aan de fractie heeft de ChristenUnie de volgende vragen aan het College:

1. is het college van mening dat er een onoplosbare situatie is ontstaan zoals de voorzitter tegen het bestuur gezegd zou hebben?
2. Waarom is er gekozen voor een arbitragecommissie zonder daar een voor beide partijen bindende uitspraak aan de verbinden?
3. Destijds is besloten dat de gemeente meer op afstand zou gaan staan en daartoe is een stichtingsbestuur benoemd die de verantwoordelijkheid voor het beheer van het gehele complex op zich zou nemen, inclusief de verpachting van het horecagedeelte. Wij vinden dit nog steeds een goede beslissing. Is de informatie juist dat u desondanks, buiten het stichtingsbestuur om, de uitbater financieel tegemoet bent gekomen in een forse aanpassing van de keuken? Had dit niet via het stichtingsbestuur moeten gebeuren?
4. Hoe kan het dat er niet tijdig een getekend huurcontract is afgesloten tussen gemeente en stichtingsbestuur?
5. Hoe beoordeelt het college de uitspraken van de commissie voor zover dit het optreden van het college betreft? Herkent het college zich hierin?
6. Hebt u inmiddels een onafhankelijk deskundige aangetrokken? Zo ja, is deze voor zowel het bestuur als de uitbater acceptabel?
7. Indien er inmiddels een deskundige is wat voor opdracht heeft deze van het college meegekregen? Is zijn of haar uitspraak voor beide partijen bindend?
8. Moet deze aan de slag op basis van het rapport, wat door bestuur en vrijwilligers op een aantal punten blijkbaar als onvolledig en onjuist worden beschouwd of moet hij/zij opnieuw onderzoek doen en hoeveel tijd krijgt deze persoon hier voor?
9. Heeft het college inmiddels met beide partijen gesproken? Zo ja, hebt u daarbij de indruk gekregen dat een verzoening tussen beide partijen nog mogelijk is? bij het bestuur leeft de overtuiging dat dit met de huidige uitbater niet meer lukt.
10. Als er geen verzoening meer mogelijk is hebt u dan enig idee hoe het probleem anderszins opgelost kan worden?
11. Gezien de gespannen verhoudingen, ook met de vrijwilligers, is een spoedige oplossing noodzakelijk. Hoeveel tijd geeft u zichzelf?
12. Bent u bereid de raad de komende tijd tijdnes elke commissievergadering van de stand van zaken op de hoogte te stellen?

Gezien het grote aantal vragen en gezien het late tijdstip heeft de wethouder toegezegd in de volgende vergadering op het onderwerp terug te komen.