Commissievergadering 19 maart 2008 betreffende Intergemeentelijk structuurplan.

woensdag 26 maart 2008 19:09

Voorzitter, ik begin met een parafrase op een citaat uit het bijbelboek Prediker (12:12) waar we kunnen lezen:

En tenslotte, lezer, nog deze waarschuwing: er komt geen einde aan het aantal boeken, rapporten en brochures dat geschreven wordt en het lezen daarvan mat het lichaam af.

 

Wie A zegt moet ook B zeggen. Maar ook:

Wie “ja” zegt moet, bij gewijzigde omstandigheden of voortschrijdend inzicht, ook bereid zijn om “nee” te zeggen.

 

We hebben de afgelopen periode het nodige over ons heen gehad voor wat het IGS betreft.

De fractie van de ChristenUnie wil graag motiveren waarom ze vooralsnog het voorstel van het college afwijst.  

Allereerst gaan we in op de motivering van het college en vervolgens op het voorstel, waarbij we, voor zover nodig, de inbreng van de insprekers mee zullen nemen.

 

Beginnend bij de motivering:

In de derde alinea geeft het college aan dat de raad heeft ingestemd met de geactualiseerde regiovisie met dien verstande dat de opgaven ter discussie gesteld kunnen worden als de kernwaarden aangetast zouden worden. Wij denken dat dit een belangrijk gegeven is. Het begrip kernwaarden is naar onze mening echter nooit voldoende concreet gemaakt. Dit is door ons al opgemerkt in de commissievergadering van 16 mei 2007. Toen heeft het college de raad gevraagd of het voorontwerp IGS ter visie kan worden gelegd. Na discussie hebben alle fracties groen licht gegeven voor de ter visie legging, behalve de ChristenUnie. De reden voor de ChristenUnie om geen positief advies te geven ( het betrof alleen maar een advies en geen besluit van de raad) was dat dit geen bevoegdheid van de raad is en dat het ontwerp teveel witte vlekken laat zien om een positief advies te kunnen geven. Naar onze mening, en naar we begrepen hebben ook van veel insprekers, is een nadere definiëring van het begrip kernwaarden onvoldoende en plannen kunnen daar dus ook niet in voldoende mate aan getoetst worden.

 

Vervolgens geeft het college een uiteenzetting van de T-structuur. Voor Noordenveld betekent dit dat we een schragende functie krijgen en dus meer moeten bouwen dan alleen voor eigen behoefte. Daar is de raad, onder voorbehoud, mee akkoord gegaan. Bij nadere overweging zijn wij tot de conclusie gekomen dat het logischer geweest zou zijn te kiezen voor wat wij noemen “de paraplustructuur”.  Dat wil zeggen de gemeenten die aan een spoorlijn liggen, te weten Zuidhorn, Winsum, Bedum en Hoogezand-Sappemeer, immers daar ligt al een goede infrastructuur in de vorm van een spoorweg.

Voorzitter, er zijn dus gemeenten die alleen bouwen voor eigen behoeften en gemeenten die bouwen voor meer dan eigen behoeften. Maar je hoeft geen wiskundige te zijn om te constateren dat deze vaststelling een aanvulling nodig heeft. Als er gemeenten zijn die meer moeten bouwen dan eigen behoefte betekent dit per definitie dat er ook gemeenten moeten zijn die minder bouwen dan voor eigen behoeften, c.q. die moeten slopen om te voldoen aan de vraag van de schragende gemeenten.

Ik begon met: Als je op een gegeven moment “ja” zegt, moet je ook de moed hebben om “nee” te zeggen omdat de situatie veranderd is of omdat je inzicht is gewijzigd. Een gewijzigd inzicht toont dat je denken niet stilstaat en dat je bereid bent jouw mening te herzien. Geen teken van zwakte maar van kracht. Maar waar baseer je een herziene visie op? Je doet dat niet zomaar. Er zijn meerdere redenen voor, maar een ervan wil ik u niet onthouden: In het dagblad Trouw van 12 juli 2007 staat een interview met Max van den Berg, de commissaris van de Koningin in Groningen. Een van zijn doelstellingen als CdK van Groningen is: “het tegengaan van de ontvolking van het platteland”. Ook sommige insprekers hebben dit punt vorige week naar voren gebracht. Dat is een van de redenen om terughoudend te zijn met uitbreiding meer dan eigen behoefte, immers je pikt iets af van je buren. Is dat wat we willen?

Het is eigenlijk te gek voor woorden dat we hier nog praten over aantasting van natuurwaarden in Noordenveld (want zo is het toch?) om de leefbaarheid op platteland in andere gebieden om zeep te helpen.

Overigens, over de woningbouwaantallen zult u mij, na deze opmerking, verder niet horen. Er zijn zoveel rapporten verschenen, er zijn zoveel afwijkende inzichten, en ook de gemeente Groningen wil nog een eigen onderzoek doen om hun eigen aantal woningen veilig te stellen. Verder ingaan op aantallen heeft op dit moment weinig of geen zin.

Ook de burgermeester heeft al meerdere malen aangegeven dat hij twijfelde aan het realiteitsgehalte van de eerste prognoses. Ik begrijp heel goed dat hij uiteindelijk toch met deze cijfers heeft ingestemd. Als je de enige bent in een dergelijk illuster gezelschap als de stuurgroep regiovisie dan moet je toch haast ongelijk hebben als je andere ideeën hebt over de aantallen? Maar ook nu blijkt weer: Zelfs al zijn alle deskundigen het met elkaar eens dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben. (Bertrand Russell)

Daarom is elk aantal wat wordt genoemd verdedigbaar en tevens voor discussie vatbaar.

 

Op pagina 2 van het voorstel hebben B & W het over een intensief proces met burgers. Merkwaardig dat deze burgers nu zo te hoop lopen tegen de plannen. En waarom moet nu dan zo benadrukt worden dat er draagvlak bij de bevolking gezocht wordt? Ze waren er toch al intensief bij betrokken? Overigens, ook GS en Colleges hebben zo hun twijfels over een positieve uitkomst: Immers men schrijft in de notitie van 29 januari 2008  “Voorstel voor een aanpak van de studie Hoofdverkeersontsluiting Leek-Roden” op pagina 3: “ Er moeten geen overdreven verwachtingen worden gewekt over de kansen om uit te komen op oplossingen met een breed draagvlak”. Maar ten minste moet geprobeerd worden begrip te krijgen enz.

 

Vervolgens wordt op pagina 2 van het collegevoorstel gezegd dat de raadscommissies ( duidelijk dus niet de Raad) ingestemd hebben met het voorleggen van het voorontwerp aan de bevolking. Zoals al gezegd, de fractie van de ChristenUnie heeft hier niet mee ingestemd, en gezien het aantal zienswijzen is dat terecht geweest.

 

Daarna spreekt het college over de participatie van de bevolking via klankbordgroep en ontwerpateliers. Gezien de reacties die we de vorige week hebben gekregen mag je haast wel aannemen dat er geen sprake is geweest van een representatieve vertegenwoordiging of er is weinig rekening gehouden met hun inbreng.

 

Verder wordt op pagina 3 de inspraak genoemd. Onze fractie is van mening dat dit gekoppeld moet worden aan het burgerinitiatief wat op 29 november 2007 door de raad is aangenomen. We kunnen daar een taalkundige of juridische discussie over beginnen die zou kunnen leiden tot de conclusie dat we nu over iets anders spreken dan over het voorontwerp IGS en dat het besluit wat over het burgerinitiatief is genomen dus niet geldend is voor het nu te behandelen onderwerp. Maar iedereen voelt op zijn klompen aan dat het nu voorliggende voorstel onlosmakelijk verbonden is met de voorgaande discussie. Het aantal inspraakreacties geeft duidelijk aan hoe deze materie leeft onder de bevolking. Maar in plaats van deze reacties serieus te nemen door deze eerst af te wikkelen alvorens verder te gaan is dit aantal een reden voor het college om de verwerking vooralsnog aan te houden. Dus zoveel massaler de bezwaren zoveel te minder worden ze serieus genomen? Dit kan toch niet? Voor de ChristenUnie betekent het signaal van de bevolking concreet: eerst de inspraakprocedure volledig afronden alvorens verder te gaan.

 

De doorkijkjes. Naar onze mening laat de bedoeling van de doorkijkjes niets aan duidelijkheid te wensen over. Enkele malen hebben we inmiddels gehoord dat deze doorkijkjes geen formele status hebben. De tekst spreekt andere taal en dus kijken wij tegen de doorkijkjes aan zoals ze in het voorstel aan ons worden voorgehouden. B & W leggen ook duidelijk een relatie tussen deze doorkijkjes en het overleg in de stuurgroep op 6 december 2007. Dit heeft geleid tot de verdeling van het aantal woningen voor Roden en Leek zoals vermeld in de notitie van februari 2008, op basis van het overleg van 11 januari 2008. De hier genoemde aantallen kloppen met de aantallen van doorkijkje drie, reden temeer om de doorkijkjes met toelichting serieus te nemen. En duidelijk is, zoals overigens bij eerste lezing al was vast te stellen, dat de doorkijkjes 1 en 2 voor het college totaal niet in beeld komen, wat overigens consistent is ten opzichte van eerder ingenomen uitgangspunten.

 

Vervolgens geeft het college een uiteenzetting van de afspraken die binnen de stuurgroep en provinciebesturen zijn gemaakt.

 

Afspraak 1.

B & W houden vast aan de schragende functie waarin de lagere woningbehoefte zal worden verwerkt. Dit viel uiteraard te verwachten in het kader van een consistent beleid. Maar deze lagere behoefte voor de hele regio wordt niet 1 op 1 doorvertaald naar het IGS. Waar regionaal de woningbehoefte daalt met minimaal 30 % beperkt zich dit voor ons gebied tot ca. 15 %, waarbij ook nog is uitgegaan van de maximaal te verwachten groei.

 

Afspraak 2.

Uit blijven gaan van een planhorizon tot 2030 om een evenwichtige exploitatie mogelijk te maken. Hiermee geeft het college kennelijk aan dat het verwacht dat deze getallen, ook voor de langere termijn, op juistheid berusten. Wij wagen dat te betwijfelen. Dit wordt ook gestaafd door het eerste behoefte onderzoek wat het afgelopen jaar zo drastisch bijgesteld moest worden. Een periode van 4 of 5 jaar vooruitzien is al moeilijk, tot 2030 lijkt ons dat onmogelijk.  En hiermee is de argumentatie van een evenwichtige exploitatie ook achterhaald.

 

Afspraak 3.

Hoofdontsluiting en woningbouw. Wij achten ook de huidige woningbouwopgave, zoals door u gepresenteerd, te hoog. Ten eerste is de daling niet in verhouding met de totale vermindering voor het gebied van de regiovisie. Ten tweede zouden wij door extra te bouwen mee verantwoordelijk zijn voor leegloop elders en dus onleefbaarheid van bepaalde plattelandsgebieden vooral ten noorden van de stad Groningen. Ten derde, en niet de minst belangrijke: wij vrezen een onacceptabele aantasting van de natuurgebieden in onze gemeente.

Wij willen in het kader van woningbouw ook noemen de uitspraak die de burgermeester vorige week in het DvhN aanhaalde van de heer Alssema, er van uitgaande dat hij de heer Alssema juist citeerde: “Als we nu zeggen dat de tegenstanders van bouwen gelijk hebben dan hebben we het veertig jaar lang verkeerd gedaan.” Dit is in onze ogen een onzinnige opmerking die elke grond mist. We zouden het dus alleen maar goed doen als we het precies zo doen als in de afgelopen jaren. Hoe bedenkt men het. Situaties en behoeften veranderen in de loop der jaren en ook de mogelijkheden die men heeft.

 

Ook de noodzaak van een oost-west verbinding roept vragen op. Het college geeft zelfs aan dat door de herziene aantallen een nieuwe studie wenselijk is. Maar de aantallen zijn toch niet zoveel lager dat er daardoor een totaal andere situatie ontstaat die een nieuwe studie nodig maken? Een mogelijke oplossing voor de verkeersproblematiek in Leek zou kunnen zijn: de huidige weg Roden – Leek via Nietap te handhaven en vanaf de rotonde in Leek een doorsteek te maken achter het gemeentehuis langs naar de weg die naar de A7 leidt. De weg van de rotonde van Leek naar de A7 biedt voldoende mogelijkheden om een grotere verkeersstroom af te kunnen werken. Hier gaan aanzienlijk minder kosten mee gepaard dan het aanleggen van een nieuwe weg. De besparing die hier te realiseren valt zou op andere punten ingezet kunnen worden. Of mag misschien een klein gedeelte van het landgoed Nienoord niet worden aangetast maar wel een fraai natuurgebied bij Roden?

 

Afspraak 4.

Centrumversterking Leek. Het is duidelijk dat het al dan niet verwijderen van “de bak” in Leek weinig invloed zal hebben op de centrumversterking van Leek. Op zijn mooist kan dit betekenen dat het Leekster Hoofddiep vanaf Diepswal weer uitgegraven kan worden waardoor een vaarverbinding ontstaat van Zevenhuizen naar het Leekstermeer. Heeft weinig met centrumversterking te maken. Wel met de noodzaak van een Oost-West verbinding tussen Roden en Leek. Waarom wordt niet duidelijk gesteld, zoals men in Leek ook doet, dat de centrumversterking alleen gerealiseerd kan worden indien er in Nietap 850 woningen worden gebouwd? De politiek in Leek doet daar niet moeilijk over, waarom camoufleren we dat dan in Noordenveld? En wat vindt het college in dit verband dan van de standpunten van alle betrokkenen bij de opstelling van het plan dat er in Zevenhuizen en Oostwold slechts beperkt gebouwd mag worden vanwege de identiteit van deze beide dorpen? En wat te denken van de stelling dat Leek en Roden niet aan elkaar gebouwd mogen worden omdat de identiteit van beide dorpen bewaard moet blijven? Doet de identiteit van Nietap er niet toe? Is dit niet een van de kernwaarden? Als een dorp met 200 % wordt uitgebreid dan is toch duidelijk dat er van de identiteit niets over blijft?

 

Afspraak 5:

Communicatie. Het gehele proces tot nu toe overziende hebben wij er een zwaar hoofd in dat B & W in staat zal zijn om in een jaar tijds draagvlak te vinden bij bevolking en organisaties.

 

Voorzitter, na bovenstaand commentaar realiseer ik me dat ik weinig aandacht aan de natuurwaarden in ons gebied heb besteed. En dat terwijl we een van de mooiste gebieden in Nederland hebben met een ongelooflijke variatie. Hoe kan dit? Het antwoord blijkt simpel te zijn: In het voorstel wat voor ligt wordt niet of nauwelijks over natuur gesproken, en als je dan een stuk becommentarieerd dan blijft een dergelijk punt dus ook onderbelicht. Maar we willen hier duidelijk stellen dat aantasten van onvervangbare natuurwaarden, zoals een weg door de Maatlanden en de aantasting van het Natuurschoon voor ons onacceptabel zijn.

 

Voorzitter,

Het college stelt de raad een aantal punten voor:

 

1. Instemmen met de schragende functie. Alvorens hier ja tegen te zeggen willen wij meer helderheid over de gebieden waar men denkt te gaan bouwen, of het aantal te bouwen woningen nog aangepast kan worden en over de infrastructuur. In het belang van ons gebied willen wij een schragende functie, mocht die al nodig zijn, tot een lager aantal beperken en daarbij duidelijke voorwaarden vooraf stellen. Kortom, eerst de beantwoording van Wat, waar, waarom, hoe en hoeveel. Dit geldt zowel voor het aantal woningen als de daarbij horende infrastructuur. Wij willen meewerken waar mogelijk maar wel binnen vooraf duidelijk gestelde kaders. En die kaders zijn voor ons in ieder geval: a. Het niet aantasten van unieke natuurgebieden en b. waken voor de identiteit van ook de kleine kernen als de R.A.S. dorpen en Nietap, Terheyl.

2. Instemmen met bestuurlijke afspraken. Uit ons betoog hebt u kunnen concluderen dat wij daar op basis van uw huidige motivering bepaald nog niet aan toe zijn.

3. De stuurgroep op te dragen enzovoort. In hoeverre is de raad het orgaan om de stuurgroep iets op te dragen? Volgens ons geven wij het College opdrachten, lees “kaders”mee. Het is de taak van het college op basis hiervan opdrachten aan de stuurgroep te geven.

4. De raden periodiek te informeren. Hoort dit niet bij de actieve informatieplicht van het college? Dan is het toch overbodig dit in een voorstel op te nemen?

 

 Voorzitter, wij sluiten af met nog 2 aanvullende vragen aan het college:

  1. Waarom is de studie voor de hoofdverkeersontsluiting nu bij de provincies neergelegd?
  2. Pas enige tijd geleden hoorden wij dat er sprake was van een convenant tussen Rijk, Provincies, het samenwerkingsverband en de gemeenten Groningen en Assen. Waarom zijn, naast de gemeenten Groningen en Assen de overige gemeenten geen partij bij het convenant en waarom is de raad pas kortgeleden geïnformeerd over het bestaan van dit convenant?

« Terug

Reacties op 'Commissievergadering 19 maart 2008 betreffende Intergemeentelijk structuurplan.'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.