Omgevingsplannen voor Drenthe

vrijdag 16 juli 2004

Voorzitter,

We zetten vandaag de besprekingen voort over de
omgevingsplannen voor Drenthe.

Voorzitter,
 
We zetten vandaag de besprekingen voort over de omgevingsplannen voor Drenthe.
 
We hebben daarbij, in de ogen van de ChristenUnie, te streven naar ‘sociaal-ruimtelijke rechtvaardigheid’, d.w.z. de mens, de medemens (de naaste) en de overige elementen van de schepping (flora, fauna) behoren verantwoord ten opzichte van elkaar te worden beschouwd.
Het gaat om een juiste afweging tussen economie, ecologie.
 
Gods schepping is zeer divers en zeer rijk aan gevarieerdheid, we hebben als rentmeesters in ogenschouw te nemen in hoeverre de ‘toekomstwaarde’ van het leven, de natuur e.d. wordt meegewogen.
 
De mens kan niet om de kostbare scheppingsgaven heen, maar heeft evenzeer de opdracht deze wereld te ontplooien in dienst en uit dank aan de Schepper.
 
De mens mag / moet ontwikkelaar en beheerder van de schepping zijn.
Bij de indeling van de ruimte is dat problematisch vanwege de conflicterende belangen die aanwezig kunnen zijn en dat veelal ook in werkelijkheid zijn.
 
Drenthe is een deel van Nederland dat moet worden gekoesterd als het gaat om ruimte, rust, groen, brinkdorpen e.d.
Die elementen behoeven misschien nog wel versterking ten opzichte van Nederland – zeker als we de Nota Ruimte bezien waar bijna uitsluitend aandacht wordt gegeven aan Holland en Brabant – en het is daar al zo vol, zoals enkelen van ons hebben kunnen aanschouwen de vorige week.
 
De historisch gegroeide culturele, landschappelijke identiteit vinden we o.a. terug in het landschap.
De verscheidenheid in ons land moet niet alleen als taak van het verleden worden gepresenteerd, ze kan voor Drenthe ook een enorme maatschappelijke en economische betekenis hebben.
 
Daarbij is het goed en noodzakelijk dat de overheid zeggenschap heeft en niet de markt op alle fronten laat beslissen want dan geldt het recht van de sterkste en het geldelijk gewin op de korte termijn, maar dan zijn we onze gouden kip wel kwijt.
Vanuit deze kort weergegeven visie willen we het POP beschouwen, vanuit onze beperkingen in ons doen, denken, handelen en beslissen maar ook vanuit verantwoordelijkheid ten opzichte van Schepper, medeschepselen en schepping.
 
Voorzitter,
 
Vandaag geen herhaling van de statencommissievergadering van 21 juni j.l.
Veel is daar al gezegd, geen herhalingen als het kan. U weet van instemming van mijn fractie met veel elementen uit het POP.
 
Zorgen maken wij ons wel over de toekomst van twee, nu nog redelijk sterke sectoren in onze provincie, n.l. de landbouw en de recreatiesector.
Als we het hebben over het bewaren c.q. versterken van de sterke Drentse elementen wil dat nog niet zeggen, dat er geen ruimte voor nieuw beleid of groei meer mogelijk mag zijn.
 
In die zin willen we nogmaals aan het College vragen hoe we omgaan met extra Drentse regelgeving bovenop de landelijke dan wel Europese regels.
 
Graag duidelijkheid van het College: het lijkt erop, dat het College met 2 monden spreekt: de recreatiesector wordt van het dubbele Drentse slot gehaald (akkoord!!), maar de landbouwsector behoudt de extra Drentse regels.
 
Dat lijkt ons meten met 2 maten. Graag een eenduidig antwoord van het College; waarbij mijn fractie dus opteert voor ontwikkelingskansen voor beide sectoren-à en dus ook de amendementen die die kant op gaan zoveel mogelijk zal ondersteunen.( hetgeen ook gebeurd is  - het bleek dat bij veel amendementen en moties de stem van de 2-mansfractie van de ChristenUnie doorslaggevend was)
Daar komt bij de landbouwsector nog het extra probleem van het gebrek aan overleg met de provincie bij. Laten we vooraf stellen dat ook wij de afwezigheid van de N.L.T.O. bij de WAV-problematiek de vorige week betreuren en niet goed kunnen keuren – maar het is wel weer een teken van de spanning die er momenteel schijnbaar heerst binnen de landbouw.
Zou het niet raadzaam zijn een soort mediator aan te stellen en het wederzijds vertrouwen te herstellen tussen provincie en N.L.T.O. om zo het zozeer door ieder gewenste draagvlak te realiseren. Hoe kijkt het College aan tegen de problematiek van niet optimaal communiceren met de gesprekspartners en wat vindt het College van een mogelijk onafhankelijke bemiddelaar.
Zeggen dat het ons probleem niet is, is ons te eenvoudig.
 
Kan het College ons vandaag al iets naders meegeven inzake de controle of er foutjes zijn gemaakt rondlijnen, zoneringen. Als dat niet het geval is, en dat is voor ons geen reden om op de achterste benen te gaan staan, in hoeverre gaat u om met het contact met individuele boeren, burgers dien terecht hebben gewezen op foutjes; hoe gaat u om met het creeëren van oplossingen bij daadwerkelijke problemen, met andere woorden hoe soepel moet u zijn?????
 
Mevrouw Haarsma stelt dat het POP piketpalen aangeeft. Welke ruimte is er dan vervolgens voor hen, individuele burgers of gemeenten, die struikelen over een enkel piketpaaltje. Zijn de paaltjes van beton, hout of plastic, met andere woorden hoe soepel geven ze mee, hoe gaan we om met kwaliteitsverbetering inzake veranderingen binnen de provincie.
 
Zo blijkt voor ons een punt van zorg het woningbouwbeleid in en rond kleinere kernen in onze provincie.
Het kan en mag toch niet zo zijn dat met name jongeren en ouderen moeten vertrekken naar elders omdat in de eigen woonplaats geen enkele toekomst meer is gelegen.
 
We willen nogmaals aandringen op goed overleg tussen provincie, gemeente en gemeente en inwoners.
Laten we dit als belangrijk sociaal onderdeel tot één der grote POP II successen maken.
 
Verder pleiten we voor soepel gehanteerde contouren rond kernen , geen afvalstoffen in de ondergrond , concentratie van woningbouw in de grotere kernen maar ook gepaste aandacht voor de kleinere kernen, m.n. bouwmogelijkheden bij goede woonplannen voor jongeren en ouderen.



Labels
Drenthe
Fractie

« Terug

Archief > 2004 > juli

Geen berichten gevonden