Bijdrage in 1^e termijn:

Vooraf: De gemeente Noordenveld kent een goed minimabeleid. Binnen de wettelijke mogelijkheden wordt nagenoeg alles gedaan wat mogelijk is ten behoeve van de minderbedeelden in onze gemeente. Bij herhaling wil ik College en Raad hiervoor complimenteren.

Ondanks dit goede beleid blijkt toch de voedselbank een gewenste voorziening te zijn, en dat bepaald niet alleen in Noordenveld. Het blijkt dat de instrumenten van de overheid niet in alle gevallen voldoende zijn. Dit is ook door het College onderkend door een startsubsidie te verstrekken van € 3900 ( naar ik meen uit het potje “Goede initiatieven vanuit de bevolking”)

 
Tijdens een nieuwjaarsreceptie in Peize heeft onze burgemeester zich laten ontvallen dat het in deze tijd toch niet nodig moet zijn dat er voedselbanken zijn. Wij zijn dat volledig met hem eens. Echter, de praktijk blijkt harder dan de leer. Enig speurwerk levert de volgende informatie op die ik College en Raad niet wil onthouden:

In veel landen van Europa kent men het verschijnsel Voedselbanken. In 14 Europese landen werken deze voedselbanken samen. In Nederland is in 1999 een aanzet gegeven tot het oprichten van voedselbanken onder de naam MinusPlus. Doel: Minners te ondersteunen in de samenleving met wat de plussers kunnen inleveren. De doelstelling is expliciet niet bedoeld als extraatje voor de mensen die het niet breed hebben. Daar zijn er zoveel van dat dit onmogelijk zou zijn. Het gaat om een steuntje in de rug en is in principe tijdsgebonden. “De voedselbank wil een bijdrage leveren aan de vermindering van de al dan niet verborgen armoede en verspilling in Nederland”.

Tot zover een kleine bloemlezing uit informatie die ik de afgelopen dagen heb gevonden.

 Een groot aantal vrijwilligers houdt zich met deze hulpverlening bezig. Zij doen dit om niet. Dat er desondanks overheadkosten worden gemaakt is duidelijk. Het overzicht van kosten, vermeld in de brief van 5 december 2006 geeft aan dat men met relatief beperkte financiële middelen dit werk doet.

Als we kijken naar de structurele kosten zoals destijds door het platform Minima becijferd op € 7800 en naar de kosten van € 4900 zoals die in het subsidieverzoek van 5 december 2006 staan dan kan geconcludeerd worden dat men met minimale kosten dit werk doet en dat veel vrijwilligers er waarschijnlijk zelf geld bij inschieten.

Uit de brief van 19 juni aan de wethouder blijkt dat het bestuur zelf ook graag zou zien dat ze overbodig worden. Wij hopen met het bestuur dat het staatssecretaris Aboutaleb lukt om dit in deze kabinetsperiode te realiseren. De fractie van de ChristenUnie is van mening dat het alleszins op zijn plaats is om de Voedselbank tegemoet te komen met een subsidie zolang deze voorziening nodig blijkt. Wij zijn dan ook van mening dat het bestuur dusdanige argumenten naar voren heeft gebracht dat wij, wanneer wij ons zelf respecteren, niet anders kunnen en mogen dan deze geringe subsidie te verstrekken.

De ChristenUnie verzoekt het College met klem de afwijzing die ons per brief van 7 september werd meegedeeld, te heroverwegen in die zin dat alsnog besloten wordt de gevraagde bijdrage te verlenen.

Bijdrage in 2^e termijn:

 
De fractie van de ChristenUnie is verbijsterd over de opstelling van Gemeentebelangen, VVD en vooral de PvdA. Het is in 1999, tijdens de periode van het kabinet Kok, geweest dat de noodzaak bleek Voedselbanken op te richten ten behoeve van mensen die door het sociale vangnet vallen en in incidentele gevallen hulp nodig hebben. Dat er in de toekomst meer geld beschikbaar komt is prachtig. We hopen dat dit betekent dat de Voedselbanken op termijn overbodig zijn, maar op dit moment hebben de betrokkenen niets aan verbeteringen die in 2008 en later mogelijk aan de orde komen. We hadden verwacht dat de partijen die er mee debet aan is/zijn dat de voedselbanken moesten worden opgericht nu ook zouden helpen de voedselbanken in stand te houden zolang het nodig is. De ChristenUnie kan deze houding van de Raad niet aan de omgeving uitleggen. Er is nu een gevoel van plaatsvervangende schaamte voor deze houding van Raad en College.

Commentaar van de fractie:

 Op puur formele gronden heeft de Raad een afwijzend besluit genomen. Men is daarbij voorbijgegaan aan de nood die er in een aantal gevallen is. Men laat de Voedselbank, en daarmee de mensen die daar een beroep op doen, vallen omdat men van mening is dat het minimabeleid van de gemeente hier in moet voorzien en omdat twee jaar geleden is aangegeven dat de startsubsidie die toen gegeven is een eenmalig karakter had. Men heeft niet of nauwelijks geluisterd naar de argumenten die van de zijde van ChristenUnie, CDA en GroenLinks zijn aangedragen, althans uit de reacties in tweede termijn valt niet op te maken dat men geluisterd heeft. Men heeft blijkbaar in de fractievergaderingen een besluit genomen en dan lijkt het niet meer nodig om nog naar anderen te luisteren. In het bijzonder het standpunt van de PvdA wekt verbazing. De zich sociaal democratisch noemende partij heeft duidelijk laten zien dat het landelijke verwijt over de PvdA dat ze zo weinig sociaal is ook op lokaal niveau van toepassing is. Wij zijn van mening dat er niet meer gesproken kan worden over de Partij van de ARBEID maar eerder de Partij van de ADEL of de Partij van de AANZIENLIJKEN. Of moest de partij wellicht wethouder Wolters, PvdA lid en portefeuillehouder voor dit onderwerp uit de wind houden?