Opiniërend debat Factory Outlet Center (FOC)

schapenmaandag 30 mei 2016

Voorzitter,

Het college van Gedeputeerde Staten heeft ons per brief haar eerste afweging laten weten, omtrent het verzoek van de gemeente Assen om planologische medewerking te verlenen aan de vestiging van een FOC. Daarbij vraagt het college hoe wij – als Staten – tegen deze afweging kijken, en voorts welke afweging wij zelf willen maken.

Alvorens in te gaan op het afwegingskader wil ik eerst ingaan op de vraag of we als provincie, nu er een besluit ligt van de gemeenteraad van Assen, hier nog een eigen afweging in moeten maken als Staten. Terecht stelt het college in haar brief dat de primaire verantwoordelijkheid en de beleidsruimte voor dit initiatief ligt bij de gemeente. De gemeente wil echter een initiatief ontwikkelen dat in strijd is met (onze/provinciale) Omgevingsvisie/omgevingsverordening, die we met het oog op het provinciaal belang hebben vastgesteld. Een verzoek tot wijziging rechtvaardigt, naar de mening van de ChristenUnie, een afweging die recht doet aan het provinciaal belang.

Voorts houden we daarbij ook de besluitvorming van de Raad van Assen in het oog. Deze was niet overtuigend. Hoewel de Raad instemde met het voorstel, is een tweedeling zichtbaar. Een tweedeling die dwars door de Gemeenteraad loopt, dwars door partijen, en dwars door de samenleving. De fractie van de ChristenUnie vindt hiermee de noodzaak van een provinciale afweging gerechtvaardigd.

Ook de moties van de Drentse gemeenten willen we graag meewegen, die we in de overwegingen van het college missen.

Voorzitter,

Het college oordeelt dat er voldoende mogelijkheden voor medewerking (aan het verzoek) bestaan wanneer zij het initiatief naast de kernkwaliteiten leggen. Die conclusie is voor ons niet zonder meer duidelijk.

Wanneer we de kernkwaliteiten in ogenschouw nemen (archeologie, aardkundige waarden, cultuurhistorie, landschap, rust en natuur), zien we daarin wellicht geen belemmeringen (omdat het gebied niet als zodanig is beperkt door de kernkwaliteiten), maar voldoende mogelijkheden erin zien gaat een stap verder.

Vervolgens zegt het college dat het initiatief de ruimtelijke kwaliteit van het gebied kan versterken door een passende landschappelijke ingreep. Onze fractie ziet niet in hoe een passende landschappelijke inpassing van een FOC de ruimtelijke kwaliteit van het gebied kan versterken. Graag horen we hoe het college tot deze afwegingen is gekomen.

Voorts wijst het college, alsook het college van burgemeester en wethouders van Assen, op de specifieke locatie van de ontwikkeling: het is in de Toeristische Reactieve Zone. Dit gebied is zo benoemd in de structuurvisie FlorijnAs en specifiek gericht op de ontwikkeling van toerisme en recreatie. Daarbij wordt aangegeven dat nieuwe voorzieningen complementair moeten zijn aan bestaande.

 De fractie van de ChristenUnie is van mening dat het initiatief tot vestiging van een FOC juist niet complementair is aan de bestaande voorzieningen (die reeds in de binnenstad hun plaats vinden), maar daarmee concurrerend. Wij beoordelen het initiatief als detailhandel/retail en niet als leisure. Óf het is net zozeer toeristisch en recreatief als de detailhandel in onze binnensteden.

          Onze fractie ziet het FOC dan ook als weidewinkel.

Wat betreft de ruimtelijke afweging vragen we ons af of dit verantwoord is. Voor de ChristenUnie is duurzaam ruimtegebruik erg belangrijk. We moeten zuinig zijn op de schepping, en kijken dus ook kritisch naar het bouwen van zoveel vierkante meters winkeloppervlak, zeker gezien de grote leegstand in onze provincie, in het bijzonder in het centrum van Assen. En ook vragen we ons af of het verantwoord is gelet op natuur en landschap bij het TT-gebied.

Sinds het moment dat de initiatiefnemer met dit plan kwam – begin vorig jaar – is er namelijk veel veranderd. Bekende winkelformules zijn failliet gegaan en ook grote ketens hebben hun deuren definitief moeten sluiten. Een belangrijke ontwikkeling, waaraan je niet zomaar voorbij kunt gaan maar moet meenemen in de afweging. 

In hoeverre is er volgens het college sprake van een andere situatie dan begin vorig jaar?

Voorts oordeelt het college voldoende aanknopingspunten te zien uit een oogpunt van regionale economie, werkgelegenheid en vrijetijdseconomie. Anderzijds onderkent het college dat het initiatief botst met de belangen van de ondernemers (en vastgoedeigenaren) in de centrumgebieden. Vervolgens komt het college tot de conclusie dat positief gekeken wordt naar het initiatief. Dat gaat ons te snel: de gemaakte afweging is niet duidelijk.

Het antwoord zal waarschijnlijk liggen in het positieve (netto) resultaat voor arbeidsplaatsen, dat zo rond de 300 structurele arbeidsplaatsen zit.

Hierbij moeten wij echter onze bedenkingen plaatsen. Het gaat hierbij vaak niet om kwalitatief vergelijkbare banen zoals we die in de binnenstad vinden. Wordt de baan van de ondernemer die zijn gezin onderhoud met zijn zaak in de binnenstad, straks vervangen door een studentenbaantje in het FOC?

De ChristenUnie kiest voor de kleine, zelfstandige ondernemer in de binnenstad!

Voorzitter,

De ChristenUnie geeft prioriteit (al geuit in eerdere vergaderingen t.a.v. Krimp) aan binnenstedelijke ontwikkelingen, en het herstructureren van bestaande terreinen. Overdaad & overcapaciteit moet worden voorkomen: niet bouwen op optimistische verwachtingen en economische groei. En wij kiezen voor het behouden van de kleine winkeliers, waarop onze provincie draait.

Wij zijn niet overtuigd om planologische medewerking te verlenen aan de realisering van een FOC door aanpassing van de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening.

Roy Pruisscher

NB: Bovenstaand bericht kan afwijken van de uitgesproken bijdrage tijdens de  Statencommissie Omgevingsbeleid OP 18 mei 2016

Labels
Drenthe

« Terug

Archief > 2016 > mei

Geen berichten gevonden