Vragen met betrekking tot het jaarverslag handhavingsprogramma

Recreatiewoningvrijdag 02 november 2012 14:48

De gemeenteraad heeft in mei 2012 het jaarverslag 2011 Handhavingsprogramma toegestuurd gekregen. De ChristenUnie Noordenveld daar aanleiding ingevonden om schriftelijke vragen te stellen aan het college. In gemeentelijke bestemmingsplannen is het gebruiken van een recreatiewoning voor permanente bewoning expliciet verboden. Het handhaven van strijdig gebruik van bestemmingsplannen is een wettelijke taak (van de gemeente). Het probleem is, naar de mening van de ChristenUnie Noordenveld, dat de Gemeente Noordenveld (om verschillende redenen) niet erg succesvol is in de handhaving. Dit schept naar onze mening onduidelijkheid naar bestaande gevallen. Een betrouwbare overheid zijn is doen wat je zegt te zullen doen.

Want de ChristenUnie is er verbaasd over dat er in 2,5 jaar slechts 11 situaties zijn aangeschreven, zo staat te lezen in het jaarverslag. Het College schrijft dat de handhaving van onrechtmatige bewoning lokaal een hoge prioriteit heeft. De conclusie van onze fractie is dat als in het huidige tempo doorgaan we 30 jaar nodig hebben om alle bekende gevallen aan te schrijven (met de huidige werkwijze en inzet van middelen) - Toelichting: in 2 ½ jaar 11 situaties, er zijn er tenminste 135, dus 135: 4,4 per jaar is ruim 30 jaar-. 

Hieronder vindt u de ingestuurde brief van de ChristenUnie Noordenveld.

En hier vindt u de antwoorden van het college: http://bestuur.gemeentenoordenveld.nl/Organisatie/vragen-artikel-40-RvO.pdf


Aan de voorzitter van de raad van de Gemeente Noordenveld

T.a.v.: Dhr. H.J. van der Laan
Postbus 109
9301 AA RODEN

Betreft: Vragen ex art 40 RvO over jaarverslag 2011 handhavingsprogramma

Peize, 24 september 2012

Geachte voorzitter,


Op 22 mei 2012 heeft u middels een brief (IZ12/00011) het door het College vastgestelde “ jaarverslag handhavingsprogramma 2011” toegestuurd. Dit jaarverslag geeft de fractie ChristenUnie Noordenveld aanleiding tot het stellen van de volgende vragen:
1. Het plan van aanpak tegengaan permanente bewoning recreatiewoningen van 2009 heeft als ambitie dat in 5 jaar aan 50% van de illegale permanente bewoning in de Oosterduinen in Norg een eind wordt gemaakt. In dat plan wordt ook vermeld dat op 1 september 2008 sprake was van ongeveer 135 situaties van illegale permanente bewoning in dat gebied. Het jaarverslag 2011 constateert (pagina 9) dat in de afgelopen 2 ½ jaar slechts 11 bewoners zijn aangeschreven.
a. Waarom zijn in deze periode slechts 11 bewoners aangeschreven, terwijl van een veelvoud daarvan bekend was dat zij voor 1 oktober 2003 hun recreatiewoning illegaal bewoonden?

2. Op voorhand stond voor u vast dat de helft van de illegale bewoners niet getroffen zou worden door de gevolgen van het handhavingsbeleid dat het college met instemming van de raad uitvoert.
a. Hoe rijmt u de ambitie slechts aan 50% van de illegale bewoning een eind te maken, met het uitgangspunt van een gelijke rechtsbedeling van alle betrokkenen?

3. In het plan van aanpak ligt vast dat slechts op basis van ingrijpende gebeurtenissen bij de bewoners overwogen kan worden een persoonsgebonden gedoogbeschikking af te geven. Deze zal tijdelijk zijn voor de periode van hooguit een jaar.
a. Waarom heeft het college – in strijd met het plan van aanpak – toch een gedoogbeschikking voor onbepaalde tijd verleend?
b. Hoe rijmt het college deze beslissing met het plan van aanpak?


4. In 3 situaties zijn dwangsommen opgelegd tot een totaalbedrag van € 92.400. het verslag zegt daarover (pagina 28): “Tot daadwerkelijke inning is vooralsnog geen politieke rugdekking”.
a. Wat wordt er met deze zin bedoeld?
b. Is er inmiddels wel “politieke rugdekking?

5. Het verslag dat het college de raad heeft aangeboden geeft op dit onderdeel van beleid blijk van moedeloosheid. Er is veel tijd en geld in het handhavingsbeleid gestoken met als resultaat dat in de helft van de planperiode niet aan 50% van de beoogde helft van 135 situaties (‘gevallen’ zegt het verslag) een eind is gemaakt, maar slechts aan 3. De opstellers van het verslag kondigen aan dat het college geadviseerd zal worden over de wijze waarop het handhavingsbeleid kan worden voortgezet.
a. Heeft het college dit advies inmiddels(het jaar 2012 is bijna om) ontvangen?
b. Zo ja, hoe luidt dit advies?
c. Zo niet, wanneer valt het te verwachten?

6. In het bijgevoegde collegevoorstel (BW12.0214) staat te lezen dat vanaf 1 januari 2013 de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) in werking zal treden. Dit betekent dat de uitvoering van het milieubrede takenpakket (vergunningverlening- toezicht en handhaving) en het daarbij behorende personeel overgaat naar de RUD. Verder valt te lezen dat in 2012 zal moeten worden bepaald op welke wijze de vakgroep Handhaving zal worden ingericht om haar handhavingstaak te kunnen blijven uitvoeren. Immers blijft de gemeente ten aanzien van bouw, sloop, ruimtelijke ontwikkeling, APV, bijzondere wetten (klachten) en brandveiligheid het bevoegde gezag.

a. Hoe ziet het handhavingsbeleid ten aanzien van permanente bewoning er op dit moment uit en op welke wijze wordt dit uitgevoerd?
b. Welk beleid en takenpakket op het gebied van handhaving van permanente bewoning geeft u als opdrachtgever aan de RUD mee?

Wij zien de beantwoording van onze vragen met belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,

Jeroen Westendorp
Fractie ChristenUnie Noordenveld

« Terug

Reacties op 'Vragen met betrekking tot het jaarverslag handhavingsprogramma'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.