De Partij van de Arbeid stelde een aantal brieven van Gedeputeerde Staten aan de orde. Naar aanleiding van het concept Bodemvisie en de uitwerking innovatieve grondwatervisie werd ons de vraag gesteld of het hoofdprincipe “functie volgt structuur” in bepaalde situaties beter omgedraaid zou kunnen worden. Hierover ontstond een levendige discussie. Naar ons idee zijn er op het provinciehuis mensen mee aan het werk die verstand van zaken hebben en over een uitgebreid netwerk beschikken. Overleg wordt gevoerd met de waterleidingbedrijven, waterschappen, gemeenten, LTO en terreinbeheerders. De beleidsrichting hebben we vastgesteld in de omgevingsvisie. Wanneer we dit beleid wijzigen moeten we als staten daarover in gesprek. Of we nu spreken over “functie volgt structuur” of omgekeerd, is geheel afhankelijk van welke consequenties dit heeft.

We brachten wel een punt van zorg onder de aandacht. En dat is het onderzoek naar een andere omgang met grondwater. Op dit moment wordt nog geen rekening gehouden met de nadelige effecten van hogere grondwaterpeilen op de landbouw. Als vernatting betekent dat landbouwers weken later dan gewenst op hun percelen kunnen komen heeft dat verstrekkende gevolgen. Het is een vereiste dat deze gevolgen in beeld zijn wanneer de staten hierover een besluit nemen.

Aan ons werden de vragen voorgelegd wat we de belangrijkste criteria vinden voor fusie/reorganisatie van de waterschappen en wanneer Provinciale Staten daar actief bij willen worden betrokken. Criteria zijn: Prijs – kwaliteit – effectiviteit en efficiency – juist ook gericht op de toekomst. Er is veel op de waterschappen afgekomen. Ik noem de Kaderrichtlijn Water en het Bestuursakkoord Water. Van hen wordt een forse doelmatigheidswinst gevraagd. Bezuinigingen bij het Rijk, de provincies en de gemeenten. Alle overheden zijn bezig zich te richten op hun kerntaken. Om in alle ontwikkelingen goed mee te gaan moeten de waterschappen voldoende kennis in huis hebben. Schaalvergroting is dan noodzakelijk om hen slagvaardiger te maken en om de doelmatigheidswinst te kunnen behalen. Er zijn informele en bestuurlijke overleggen gaande. Per 1-1-2014 fuseert Regge en Dinkel met Velt en Vecht. Wij verwachten van het college dat zij ons op de hoogte houdt van de voortgang. Sprake was er in de discussie ook van de mogelijkheid dat de waterschappen onder de provincies zouden kunnen komen, waar hebben we het dan nu over? Ik kon het niet laten: zou het niet logischer zijn om de provincies onder verantwoordelijkheid van de Dijkgraaf te brengen?  

Een volgend bespreekpunt was de definitieve gebiedsaanwijzing van de resterende Natura 2000 gebieden in Drenthe. Er zijn door het Rijk geen middelen beschikbaar gesteld voor de aanzienlijke extra investeringen die nodig zijn voor hydrologische en ecologische herstelmaatregelen van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). De berekende kosten bedragen € 33 miljoen. Na een motie in de 2^e Kamer wordt voor dit doel € 5 oplopend naar € 15 miljoen uitgetrokken. Dit houdt in dat de regio, de provincie, de waterschappen en de natuurbeheerder het grote tekort moeten bijpassen. Naar ons idee waren de extra gelden bedoeld om extra maatregelen te kunnen nemen in de natuurgebieden zodat elders extra emissie kan worden gedoogd en niet om bestaande hydrologische problemen op te lossen. Extra emissies van verkeer i.v.m. het verhogen naar 130 km, de industrie en de landbouw. De 2^e Kamer heeft nog geen standpunt ingenomen omdat zij de financiële consequenties nog niet kan overzien. Daar werd ook geopperd om de PAS los te zien van het Natuurakkoord.