Reactie op collegevoorstel inzake het Intergemeentelijk Structuurplan (IGS)

donderdag 08 oktober 2009 19:10

Al geruime tijd is er discussie over de realisatie van het IGS. Nadat de burgers van Noordenveld hun zienswijzen kenbaar hebben kunnen maken en op 28 september hebben kunnen inspreken was op 7 oktober het tijdstip aangebroken waarop de raadscommissie haar visie op het plan kon geven. De definitieve besluitvorming zal plaatsvinden in de raadsvergadering van woensdag 21 oktober. Onderstaand leest u de bijdrage van de ChristenUnie tijdens de commissievergadering.

Voorzitter, wij zijn en blijven voorstander van het in stand houden van een mooie gemeente op allerlei niveaus en dus zijn wij voorstander van bouwen voor in 1e instantie eigen inwoners. Daarom zijn wij ook zo content met de regel in Noordenveld dat 30 % van de te bouwen woningen in de sociale sector moet plaatsvinden. Dit, totdat blijkt dat het niet meer nodig is. Daarnaast kunnen mensen van buitenaf te kust en te keur gaan in het woningaanbod wat te koop wordt aangeboden, dus ook voor een groot deel van hen is er plaats in onze gemeente.

De ChristenUnie kiest ook in dit geval voor een goed rentmeesterschap en dat wil zeggen dat we willen bouwen en bewaren. Maar niet dat we willen bouwen om daardoor kostbare natuurwaarden te vernietigen of de leefbaarheid in andere plattelandkernen mee helpen te vernielen. Nee, dat willen we bewaren.

Voorzitter, de vorige keer hebben we, beargumenteerd, aangegeven waarom we niet met het toen voorliggende voorontwerp akkoord konden gaan. Als enige partij in Noordenveld hebben wij toen tegen de ter inzage legging gestemd.  Inmiddels hebt u dat voorontwerp ingetrokken en ligt er nu een herziene visie voor. Ten opzichte van het vorige plan een verbetering. De Milieufederatie gaf aan dat het licht van rood op oranje was gesprongen. Het is dat onze verkeerslichten slechts drie kleuren kennen, maar wat ons betreft is het nu lichtrood of donkeroranje.

Zonder de pretentie te hebben volledig te zijn willen we een aantal zaken noemen waar we kritische kanttekeningen bij plaatsen. De goede zaken, want die zitten er gelukkig ook in, zullen we niet allemaal noemen. Immers, goede wijn behoeft geen krans.

Volgens ons is de kern van het hele plan weergegeven in de vraag op pagina 27 waar staat:

 “ In hoeverre kan deze ambitie worden opgenomen in een landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol gebied zonder dat dit ten koste gaat van de huidige gemeenschappelijk gedragen omgevingskwaliteit?”

Vervolgens worden er een aantal kernwaarden genoemd die in hfdt. 3.2 worden uitgewerkt. Onder het kopje “Duurzaamheid” (pag. 33) wordt geschreven:

 “Voldoende werkgelegenheid in een voor mens en natuur leefbaar gebied met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden zich te ontplooien”.

Voorzitter, tijdens een voorlichtingsbijeenkomst in het gemeentehuis over dit onderwerp op 12 november 2008 is op de vraag of door het plan het landschap niet zou worden aangetast door de heer Geluk geantwoord dat het met deze aantallen wel heel kritisch werd. En hiermee is dan ook duidelijk geworden dat er, uiteraard, geen sprake is van versterking van de fysieke omgeving.

Wij begrijpen dat de toonzetting van het plan in majeur is gezet, maar de realiteit gebiedt ons te zeggen dat het in feite in mineur moet zijn.

Ik begin met de woningbouwopgave. Op basis van nieuwe prognoses is die voor het hele gebied verlaagd van 45000 naar 30000, een verlaging met ruim 33 %. Voor Roden en Leek is het verlaagd van 7000 naar 5850, een verlaging met slechts ruim 16 %. Met andere woorden; andere gemeenten hebben aanzienlijk meer ingeleverd aan opgave ten koste van o.a. onze gemeente.

Voorzitter, van ons zult u geen nadere beschouwing krijgen van bevolkingsprognoses. Want een gezegde luidt: “Cijfers liegen niet, maar met cijfers kun je wel liegen”. Maar wel duidelijk is dat in onze gemeente en in Leek er meer gebouwd zal worden dan noodzakelijk is voor de autonome ontwikkeling. Deze extra opgave zullen we elders weg moeten halen. De intentie om deze aantallen te halen is duidelijk aanwezig en is ook zo verwoord door onze burgemeester. Dit moet ook wel, want als je infrastructuur en woningbouw aan elkaar koppelt, en het ligt voor de hand dat te doen, dan zul je voor voldoende woningen moeten zorgen om de infrastructuur ook aan te kunnen leggen. Het is dan ook volkomen begrijpelijk dat de burgemeester zegt dat we ons uiterste best moeten doen om deze aantallen te realiseren.

De bewering dat we niet voor leegstand willen bouwen zal op zich juist zijn maar moet wel gezien worden in het licht om de genoemde aantallen te realiseren. Als dat ook niet zo was behoefde het ook niet in een plan opgenomen te worden. En waar halen we nu die extra inwoners vandaan? Wel, overal waar maar mogelijk is. In ons geval zal dat voornamelijk het Groningse en Drentse platteland zijn. Een gebied waar de krimp langzamerhand tot problemen gaat leiden, en wij zijn niet te beroerd daar ons steentje aan bij te dragen.

En waar blijft de CdK van Groningen nu met zijn bewering, voordat hij tot commissaris werd geïnstalleerd, dat hij zijn uiterste best zou doen om de bevolkingsterugloop in de dorpen en kleine kernen te keren? Na zijn installatie nooit meer iets van gehoord of gelezen.

Inmiddels zijn de rampzalige geluiden van bevolkingskrimp op het platteland ook tot den Haag doorgedrongen. Dit heeft er toe geleid dat er ideeën worden geopperd om de groeigemeenten, vooral de grote steden, te laten betalen voor de krimp op het platteland.

Als we dit geheel nu eens in kaart brengen voor de IGS gebieden wat betekent dat dan? Enerzijds dat we moeten investeren, dus geld uitgeven, voor het werven van inwoners voor onze gemeente. Anderzijds dat we, als deelgemeente van Groningen, moeten bijdragen aan de financiële compensatie van de krimpgebieden. Met andere woorden we moeten straks dubbel betalen om een deel van de fraaie natuurgebieden in Noordenveld om zeep te helpen.

Daar komt nog bij dat de gemeente Groningen kampt met grote problemen op het gebied van woningbouw. Het is niet voor niets dat de gemeente Groningen reeds in oktober 2007 bouwruimte claimt, eventueel ten koste van locaties elders. Welnu, laten wij ze die ruimte geven.

Wat houdt nu per definitie de schragende functie van Leek en Roden in? Dat wij mee bouwen voor de leegstand in dorpen als Baflo, Usquert, Middelstum en andere plaatsen.

 Hier komt nog bij, voorzitter, dat er gesproken wordt over eerst bouwen in de minst kwetsbare gebieden. Allereerst wordt hiermee impliciet erkend dat we spreken over kwetsbare gebieden waarvan het ene gebied meer kwetsbaar is dan het andere, maar kwetsbaar zijn ze. Maar daarnaast hebben we gehoord dat het bouwen niet alleen gebaseerd is op de kwetsbaarheid maar ook op de financiële consequenties. Wel, als je enige dagen in de politiek meeloopt, kun je zelf nagaan wat dat betekent. Er is immers geen financiële armslag meer binnen de gemeente, dus we moeten eerst geld verdienen voor we iets uitgeven. Dit betekent dus bouwen in die gebieden waar de gemeente grondposities heeft, ongeacht de kwetsbaarheid, en dit betekent ook dat inbreiden voorlopig nog niet aan de orde is, want dat wordt een te kostbare zaak. Eerst verdienen dan uitgeven.

En tenslotte nog dit, we hebben uit dit huis begrepen dat de visie nu is vastgesteld op het genoemde aantal woningen, maar dat dit periodiek wordt herzien en dat dit zowel naar boven als naar beneden kan. Bijstelling naar beneden lijkt ons moeilijk i.v.m. koppeling tussen bouwen en infrastructuur en de uitspraken van de burgemeester. Bijstelling naar boven is in de toekomst dus toch mogelijk ondanks dat volgens de heer Geluk de kritische grens met het huidige voorstel al bereikt is?

Vervolgens de infrastructuur: duidelijk is dat woningbouw en infrastructuur aan elkaar gekoppeld moeten worden, dus geen uitbreiding infrastructuur als er geen woningen worden gebouwd en omgekeerd. Nu blijkt dat, wanneer de eerste fase van de woningbouw wordt uitgevoerd, dit voor Nieuw Roden tot een forse druk op de verkeersafwikkeling leidt.  Daarom lijkt het zeer wel aannemelijk dat het vervolg van de rondweg, dus van Nieuw Roden naar Roden, ook in de eerste fase al aan de orde komt. Te meer daar Leek het Roden zeer kwalijk neemt om de rondweg vooralsnog bij Nieuwe Roden te laten stoppen waardoor men voorziet dat de Leekster problemen voorlopig niet adequaat worden opgelost. De bewering dat het nu nog niet nodig is hierover een besluit te nemen lijkt dus op zeer korte termijn achterhaald. Het hele rapport houdt vele slagen om de arm maar wie goed leest, zoals de Milieufederatie, komt al snel tot de conclusie dat de weg door de Maatlanden er waarschijnlijk eerder ligt dan wij denken. En dat ondanks de uitspraken van de Raad. Immers, andere opties zijn er nauwelijks en voor zover ze er al zijn, uit financieel oogpunt waarschijnlijk onacceptabel. Hier wordt dus een handige move uitgehaald. Allereerst vermelden dat de raad geen weg door de Maatlanden wil en vervolgens in de visie zoveel ruimte creëren dat die weg er toch komt. Al is het dan desnoods op aanwijzing van de provincie. Dan kunnen wij onze handen in onschuld wassen, wij hebben het immers niet gewild? Welnu, als het ons menens is dat die weg er niet moet komen dan zullen we nu het plan moeten afwijzen.  ( pag. 71 en 73).

In het rapport wordt ook gesproken over een verfijning van het langzaam verkeer netwerk. (pag.77). Dit vinden wij een uitstekend idee, hiermee bewijst u de inwoners van dit gebied een geweldige dienst. Ze hebben meer recreatieve mogelijkheden. Maar als we in aantal zo uit gaan breiden als u voorstelt dan verwachten wij dat de druk op deze natuurgebieden zodanig toeneemt dat dit op termijn blijvende schade oplevert.

Voorzitter, duidelijk is dat er voor uitbreiding bedrijventerreinen in onze gemeente weinig ruimte is.  De uitbreiding zal vooral daar gezocht moeten worden waar ook een goede verkeersafwikkeling mogelijk is. Dit vinden wij uitstekend. Maar het betekent wel dat het bouwen van extra woningen vooral gebeurt voor mensen die elders werken, wat weer als gevolg heeft dat de mobiliteit daardoor sterker toeneemt en ook de milieubelasting. En daarnaast zullen deze wijken dus slaapwijken worden. Het lijkt ons niet raadzaam daar actief aan mee te werken.

Voorzitter, na de behandeling van het voorontwerp heeft de burgemeester mij verweten, en ik zeg het in eigen woorden, dat ik met mijn opstelling in feite egoïstisch was door anderen geen plaats te gunnen in onze gemeente terwijl ik er zelf wel woon. Hij verwees mij daarbij naar mijn partijgenoot in Leek, die er volgens hem een beter standpunt op na hield. Wel, wat doe je in een dergelijk geval, je vraagt je partijgenoot er naar. En wat heeft deze man gezegd tijdens de behandeling? :

“Wat je een ander niet gunt ben je zelf niet waard”.

En daar ben ik het voor 100 % mee eens. Het verwijt van de heer van der Laan aan mijn adres is dan ook niet terecht. Dat ik echter tot een ander eindoordeel komt heeft niets, maar dan ook niets te maken met een ander niets gunnen. Ik gun iedere inwoner van ons land, allochtoon of autochtoon, een goede plaats om te wonen. Ik gun iedereen om daar te wonen waar hij of zij graag wil. Maar daarbij heb ik wel te kijken naar de mogelijkheden, op veel terreinen. Iedereen zal erkennen dat Noordenveld een prachtige gemeente is met veel natuur. Deze natuur moeten we, waar mogelijk, in tact houden. Dit betekent heel concreet dat niet alle Nederlanders in onze gemeente kunnen wonen. Er zijn grenzen aan wat kan.

Maar is het niet egoïstisch voorzitter, wanneer wij willen groeien ten koste van andere plattelandskernen, en daardoor mee verantwoordelijk zijn voor een onleefbaar platteland in grote gebieden in de nabije toekomst?

Nu komt er inmiddels weer een nieuw argument naar voren waarom je niet tegen dit plan kunt zijn, en dat is het in stand houden van de voorzieningen, zoals we in het DvhN van 16 september konden lezen. In de ogen van de heer Plandsoen (wethouder van Leek) en de heer van der Laan ben ik met mijn opstelling feitelijk “een beetje dom”.

Maar ik zou in dit verband een vraag willen stellen: Zijn de voorzieningen er voor de mensen of zijn de mensen er voor de voorzieningen?

Met andere woorden, om 1 voorbeeld te noemen: als mensen sterk aan geboortebeperking doen moeten wij dan mensen van elders aantrekken om toch de scholen in stand te houden? Dit is toch van de zotten?

Voorzitter, tijdens de inspraakronde vorige week werd voorgesteld een referendum over dit onderwerp te houden. Het voorstel klinkt sympathiek maar is naar onze mening in dit geval niet bruikbaar. Immers, het plan gaat over een betrekkelijk klein gedeelte van onze gemeente, terwijl een referendum de hele gemeente omvat. Wij denken dat dit onderwerp totaal niet leeft in bv. Veenhuizen. Met andere woorden: een referendum zal geen representatieve uitkomst geven. Behandeling uitstellen tot na de verkiezingen lijkt aantrekkelijk maar lijkt ons ook niet juist. Deze raad wordt al de gehele raadsperiode met dit onderwerp geconfronteerd, dus is het ook logisch dat deze raad zijn verantwoordelijkheid neemt door daar nog in deze periode een uitspraak over te doen.

Voorzitter, ik denk dat de argumenten van de ChristenUnie duidelijk en helder zijn, en om in stijl te blijven met wat de burgemeester in de krant van 16 september zei: met deze argumenten kan toch eigenlijk niemand meer voor deze plannen zijn?

Ik dank u.

7 oktober 2009

« Terug

Plaats het eerste bericht!

Nieuw bericht