ALGEMENE BESCHOUWINGEN 2004

woensdag 16 juni 2004

Meneer de voorzitter,

Werkgelegenheid, veiligheid, economie, mobiliteit, de relatie Noord-Nederland -
Den Haag, de landbouw, POP-II, toerisme en recreatie.
Over al deze en andere belangrijke onderwerpen zou veel te zeg­gen zijn.
Dat doen we deze keer niet. In tien minuten kun je op al die on­derwerpen
niet ingaan zonder te vervallen in een dorre opsomming en veel van deze
onderwerpen komen al in andere bijdragen aan bod. Door het noemen van
veel ligt het accent op weinig.

Meneer de voorzitter,
 
Werkgelegenheid, veiligheid, economie, mobiliteit, de relatie Noord-Nederland-Den Haag, de landbouw, POP-II, toerisme en recreatie.
Over al deze en andere belangrijke onderwerpen zou veel te zeg­gen zijn. Dat doen we deze keer niet. In tien minuten kun je op al die on­derwerpen niet ingaan zonder te vervallen in een dorre opsomming en veel van deze onderwerpen komen al in andere bijdragen aan bod. Door het noemen van veel ligt het accent op weinig.
Het college is wat mijn fractie be­treft over het geheel genomen goed bezig, we noemen bijvoorbeeld de bestrijding van de jeugdwerk­loosheid, hospices, de jeugdzorg, het milieubeleid, verkeer en vervoer.
En, voorzitter, eigenlijk willen we het ook wel eens niet over geld hebben. Want al de problemen, hoe reëel ook, ten spijt, verreweg de meeste Drentse burgers hebben in materieel opzicht toch weinig te klagen.
Als voorbeeld moge dienen het woongenot. Ga maar eens naar Amsterdam verhui­zen. De nieuwe Amsterdamse korpschef weet er alles van. Het welzijn van bur­gers is niet alleen een kwestie van geld en werk, hoe belangrijk ook. Het is ook je veilig voelen, een goede relatie hebben met mensen die om je geven, wonen in een omgeving zonder allerlei vormen van overlast en eigen keuzes kunnen maken zonder gehinderd te worden door een overmaat aan regelgeving om maar enkele aspecten te noemen. We hopen dat het college zich ook voor deze immateriële waarden zal blijven inzetten.
 
Voorzitter, mijn fractie vraagt vandaag met name aandacht voor de wijze waarop college en staten met elkaar en met burgers omgaan.
Hebben wij oog voor de individuele burger? Staan we open voor kritiek; hoe uiten we kri­tiek? Zijn we gericht op elkaars welzijn? Laten we ieder in zijn of haar waarde? Zijn we daarom ook bereid in voorkomend gevallen maatwerk te leveren?
 
Ruim een jaar geleden debatteerden deze staten over het collegeprogramma “Werk ma­ken in een veilig en sociaal Drenthe”. Mijn fractie kon dat programma in grote lijnen on­derschrijven.
Wel hadden we enkele kritiekpunten op detailni­veau, zoals het aandachtspunt “zuinig ruimtegebruik. Dus ook ondergronds” (pa­gina 7 van dit programma) als onderdeel van het woningbouwbeleid.
Wij zagen die ondergrondse wo­ningbouw niet zo zitten. Het leek ons een vergissing. Kenmerkend de reactie in de wandelgan­gen van één van de collegeleden die mij nogal misprijzend toevoegde: “Wat waren jullie kritisch”, alsof we met deze ene kleine plaagstoot het hele college­programma naar de papierversnipperaar hadden verwezen.
 
Met alle waardering voor daadkracht en visie van dit college, dit voorval is toch wat  typerend voor de houding die het college het afgelopen jaar op diverse belang­rijke momenten ( Eelde, NNBT) heeft ingenomen. Er is soms te weinig sprake van zelfreflectie, van een open staan voor kritiek, van een houding van gepaste bescheidenheid en dienstbaarheid, van de kunst van het relativeren en ook wel eens van weinig gevoel voor humor. En dat baart ons zorgen.
 
Een paar maanden geleden heeft onze liberale imam, Paul Cliteur, in Trouw een artikel geschreven over religie.
In dat artikel (waarin hij vooral pleit voor een verwijzing naar de Verlichting in de Euro­pese grondwet) wil hij alle vormen van religie juist uit de grondwet weren. Dat geldt ook het christendom.
Nu heet onze partij niet geheel toevallig Chris­tenUnie; dat impliceert dat Christus als in­spiratiebron voor ons fundamen­teel is.
Volgens Cliteur kan dat niet. Hij geeft de voorkeur aan de niet-religieuze Griekse filosoof Socrates (die van de gifbeker) boven Jezus Christus.
Maar wie iets meer van Socrates weet kan over die voorkeur onmogelijk enthousiast zijn. Socrates zag de helft van de wereld­bevolking, nl. de vrouwen, als wezens die ergens halver­wege dier en mens zijn blijven steken. Hij liet vrouwen niet in hun waarde en veroordeelde ze tot een volstrekt margi­nale rol in de samenleving (daar was zijn eigen vrouw Xantippe het overigens bepaald niet mee eens).
Respect voor vrouwen? Niet bij dit volgens Cliteur lichtend voorbeeld voor de Europese democratie. Zo’n man de ideaalfiguur voor Europa? Vrouwen in Europa en over heel de wereld hebben tot op de dag van vandaag last van dit vooroordeel.
Mijn partij blijft vol overtuiging kiezen voor Jezus Christus. Die nam vrouwen en kinderen vol­strekt serieus, sprak met zijn felste religieuze tegenstanders, met Romeinse bezetters, met zichzelf verrij­kende belastinginners, met het uitschot van de samenleving. Hij stelde zich bij uitstek dienstbaar op in de samenleving van zijn tijd en liet ieder in zijn waarde.
Bij deze levenshouding, deze handelwijze, voelen wij ons meer thuis. Zo’n hou­ding van aandacht en respect voor mensen mis­sen we in deze tijd te vaak, ook binnen de provincie Drenthe.
Daarvan enkele voorbeelden:

  1. Het college stelt in de voorjaarsnota een bezuiniging voor van 50.000 euro bij de Milieufederatie over 2005. Het gaat ons niet om dat bedrag; het gaat ons zelfs niet om de vraag of die bezuiniging wel of niet kan. Maar mijn fractie vindt het niet getuigen van respect dat het college een dergelijk voorstel doet zonder daar deze in onze ogen heel belangrijke en goed werkende organisatie bij het maken van de afwegingen zelfs maar te betrek­ken.

  2. Er zijn zowel op het voorontwerp als het ontwerp Provinciaal Omgevingsplan heel veel zienswijzen ingebracht, met name ook vanuit de agrarische sector. Zonder aan de juist­heid van de beantwoording van die zienswijzen te twijfelen merken we op dat de soms wel erg afstandelijke en ambtelijke wijze van reageren veel boeren de indruk geeft dat zij niet serieus worden genomen. Deze belangrijke groep van de Drentse samenleving voelt zich tot in de wor­tels van zijn bestaan bedreigd en velen staan voor ingrijpende en emotionele beslissin­gen: doorgaan of niet. Wij zouden graag zien dat de provincie meer oog heeft voor die worste­ling. Dat houdt overigens niet in – deze medaille heeft ook een keerzijde - dat we het beleid in algemene zin, zoals het college dat voert, ook afkeuren. Ook boeren moeten beseffen dat de wereld niet ophoudt bij hun eigen erf. Ook hun reactie getuigt vaak niet van respect voor de het provinciaal bestuur en met name degenen die voor dit beleidsonderdeel de eerste verantwoordelijkheid dragen.

  3. Van de NLTO moesten we meer dan eens vernemen dat men zich door de pro­vincie niet serieus genomen voelde, ondermeer omdat er nauwelijks overleg met hen werd gevoerd. Ik denk bijvoorbeeld aan de problematiek rond het vaststellen van de WAV-kaart. Zelfs als alle vrees en angst ongegrond zou zijn (en dat is niet het geval) dan nog zou het de overheid sieren als ze de burger en de belangenorganisaties van die burger heel serieus neemt, zodanig, dat die burger zich ook serieus genomen voelt.

  4. In de laatste vergadering van de Cie BFE hebben enkele partijen aangedrongen op een bezuiniging op de personeelskosten. Ook dit onderwerp, meneer de voor­zitter is een voorbeeld van hetgeen ons zorgen baart, maar dan met het college als lijdend voorwerp. Zijn bezuinigingen op de ambtelijke organisatie mogelijk? Kan de organisatie ook iets bijdragen aan het voorkomen van een verhoogde lastendruk voor de burger? Die vragen zijn terecht en vragen om een serieuze reactie.

    Maar om, voordat er ook maar een enkele aanwijzing is dat het aantal fte’s te hoog zou zijn al een bezuiniging te willen inboeken is wat ons betreft de omgekeerde wereld en getuigt van weinig respect voor een organisatie, die in veel opzichten voortreffelijk functioneert . De provincie wordt o.m. door het rijk opgezadeld met steeds meer verantwoor­delijkheden en college en ambtenaren hebben, om maar eens iets te noemen, ook een stortvloed van niet altijd relevante schriftelijke vragen uit deze staten te verwerken.

    Wij voelen er niets voor om als een goedkoop gebaar een deel van de ingeboekte meeropbrengst van de MRB zondermeer in te ruilen voor een bezuiniging bin­nen het provinciaal bestuur. Want om hoeveel euro’s per hoofd van de bevolking gaat het bij die MRB nu helemaal?

  5. Als het gaat om wederzijds respect, ook al ben je het soms hartgrondig oneens, om elkaar serieus nemen, om het bewustzijn dat ieder vanuit eigen achtergrond en principe zich dienstbaar wil opstellen ter wille van de Drentse burger doen we hier een dringende oproep aan de qua kiezersaantal kleinste fractie in deze Sta­ten. De ChristenUnie is van oordeel dat de dikwijls verdachtmakende, laatdunkende, ir­ritante en negatieve wijze waarop deze fractie zich meent te moeten manifeste­ren ingaat niet alleen tegen elementaire omgangsvormen maar vooral tegen het Drents belang.
Politici dragen een grote verantwoordelijkheid. Immers zij moeten op het kruis­punt van soms haaks op elkaar staande belangen keuzes maken, dikwijls moei­lijke keuzes. Politici zijn dienstbaar aan de Drentse burger, maar zij zijn geen loopjongens van die burger. Zij moeten luisteren naar de burger, maar dat houdt niet in dat iedere burger dan ook zijn zin moet krijgen.  
 
Voorzitter, we verkeerden de afgelopen jaren in de bevoorrechte positie dat we royaal geld te verdelen hadden. Zelfs dat viel niet altijd mee.  Er is ook wel eens geld niet helemaal goed terecht gekomen (NNBT, Van Goghhuis, BVO Emmen) en er zijn bij mijn fractie ook twijfels (I2D,waarvan we ons vooral afvragen of deze organisatie niet in een groter verband kan worden opgenomen, en alweer de BVO Emmen). Nu het allemaal minder royaal is, wordt het nog moeilijker. Consequentie daarvan is o.m. dat we meer dan tot nu toe met de organisaties, instellingen en burgers het gesprek moeten voeren, op basis van wederzijds respect en begrip, met een open oog voor elkaars belang.
Daarvoor willen we t.g.v. deze algemene beschouwingen een warm pleidooi voeren.
 
We stellen het college dit maal geen indringende vragen. We vragen slechts in algemene zin aan alle hier aanwezigen aandacht voor dit ene, naar onze mening belang­rijke aspect van openbaar bestuur. We zouden ook graag zien dat college en staten hierop zouden willen reageren.
 
En we hopen dat u behoort tot die 7% van de bevolking die voor zijn meningsvorming niet zozeer afgaat op uiterlijke kenmer­ken van de spreker maar op de inhoud. Want om de inhoud, daar gaat het immers om?
Daarbij wensen we college, staten en ambtenaren veel wijsheid, betrokkenheid en Gods zegen toe.

 

Labels
Drenthe
Fractie

« Terug

Archief > 2004 > juni

Geen berichten gevonden